Foutmelding

  • Notice: Trying to access array offset on value of type bool in monkberry_field_news_detail() (regel 159 van /data/sites/web/hoeilanderbe/subsites/www.hoeilander.be/sites/all/modules/custom/monkberry/monkberry.fields.inc).
  • Notice: Trying to access array offset on value of type null in monkberry_field_news_detail() (regel 159 van /data/sites/web/hoeilanderbe/subsites/www.hoeilander.be/sites/all/modules/custom/monkberry/monkberry.fields.inc).

Niemandsland 2014. Een terugblik met initiatiefnemer Jan Lenaerts, voorzitter van de cultuurraad

woensdag 12 nov 2014

Hoeilander: Jan, hoe blik je terug op Niemandsland? JL: Als een tevreden en zelfs fiere voorzitter, niet op mezelf , maar op alle verenigingen, die er aan hebben meegewerkt. Het heeft heel wat motiveringskracht gevergd, maar met de werkgroep Niemandsland zijn we erin geslaagd om stukje bij beetje een mooi weekend op te bouwen rond de herdenking van de Wereldoorlog.

Hoeilander: Op een moment dat iedereen toch al een beetje de buik vol had van al dat geherdenk… JL: Ja, maar door de herdenking toe te spitsen op hoe die oorlog in ons dorp werd beleefd en door dit door Hoeilaartse verenigingen te laten invullen, zijn we toch vanuit een origineel en herkenbaar uitgangspunt vertrokken. De tentoonstellingen, het totaalspektakel, de gesneuveldenherdenking, zijn stuk voor stuk van, voor, over de Hoeilanders van nu en van 100 jaar geleden. Het ging over hoe die oorlog hier werd beleefd, ver achter,of beter gezegd: voor het front, in bezet België. Een beetje een vergeten stukje oorlog.

Hoeilander: Hoe is het allemaal begonnen? JL: In het voorjaar was er een vergadering met de scholen, de Heemkundige Kring, de Oudstrijdersbond en het Gemeentebestuur. Ik heb daar het project voorgelegd dat ik met de cultuurraad voor ogen had, nl een herdenking voor, over en van Hoeilanders. De burgemeester heeft mij, toen carte blanche gegeven om het project verder uit te werken met de cultuurraad. Binnen de cultuurraad  begonnen we een werkgroep ‘Niemandsland’, die het project verder zou uitwerken. Die naam heb ik opgepikt bij Tom Lanoye, hij vertaalde en bundelde onder die titel de gedichten, o.a. ‘In Flanders Fields’,  van John Mc Rae .

Hoeilander: En de rest was kinderspel… ? JL:  Het motiveren van de verenigingen was wel een hele klus… . Sommigen, zoals de Heemkundige Kring hadden al plannen om een grote tentoonstelling op te zetten, die perfect in het project paste. Misschien heb ik me zelfs onbewust daardoor laten inspireren.  Annemie Pycke van de bib kwam met het voorstel om een verteller het verhaal van de oorlog in onze streken te komen doen. Jan Vanderstraeten was dadelijk bereid om voor het Davidsfonds een lezing te geven over zijn ‘Oorlog in 3D’. Het Willemsfonds dacht aan een theatervoorstelling met Leen Persijn, spijtig genoeg was daar door de overvloed aan activiteiten dit weekend niet veel belangstelling meer voor en hebben ze die voorstelling moeten uitstellen tot volgend jaar.

Hoeilander: En de anderen dan? JL: De cultuurraad is niet direct een praatbarak. Maar ik voelde wel dat het begon te kriebelen, de een na de andere vereniging bood zijn medewerking aan. Het Ruusbroeckoor wou best enkele liedjes uit de oorlogsperiode brengen, Nero’s muzikanten en de verschillende toneelverenigingen wilden ook wel een bijdrage leveren. De Akademie voor Podiumkunsten en de leerlingen,  die in ‘Toast Literair’  gedichten over Oorlog en Vrede hadden gebracht, wilden  ook graag meewerken.  Zelfs de dansers van Soul Step Dance Crew zouden zich aan een dansinterpretatie van het oorlogsgeweld wagen. En op de valreep sprongen nog twee verenigingen in de dans. Wandelclub ’t Beukennootje zette haar jaarlijkse wandel-mee-dag in het teken van de herdenking met een informatieve wandeling door de straten die de namen van gesneuvelden dragen en het Rodenbachfonds haalde de installatie ‘Geraakt door de oorlog’ van kunstenares Kathy Vandamme naar de tentoonstellingsruimte.

Wat ik ook leuk vond, was dat ook de 11 11 11 activiteiten in dat weekend, perfect in het project pasten. De actie ontleent zijn naam immers aan de wapenstilstand op de elfde van de elfde maand om elf uur. Bovendien verhuisde de 11 11 11 met haar quiz en de brunch dit jaar naar het Gemeenschapscentrum, waar alle Niemandsland activiteiten, op de tentoonstelling van de Heemkundige Kring na, plaats vonden.

Hoeilander: Akkoord, maar dan heb je nog geen voorstelling? JL: Wel al een paar tentoonstellingen, hé! Want ook kunstatelier Vosdelle en een paar individuele kunstenaars wilden werk tentoonstellen. Maar inderdaad, het was de bedoeling om met al die medewerkende verenigingen een ‘totaalspektakel’ op poten te zetten. De vraag was: hoe smeed je al die liedjes, melodieën, gedichten, dansen, toneelscènes tot één geheel. Ik dacht in eerste instantie aan Olivier Dewit als presentator, die de verschillende stukjes aan mekaar zou praten en er een beetje een rode draad doorheen zou weven.  Dat laatste zag Olivier niet direct zitten en zo komt een mens, willen of niet, bij Jan Van Assche terecht. Ik heb het hem zelfs niet gevraagd, hij was me voor en zei: ik doe het!

Hoeilander: Je had je dan twijfels over Jan? JL: Ik had inderdaad een beetje schrik, Jans ego  kennende, dat hij zijn eigen creativiteit de overhand zou laten nemen op die van de verenigingen, maar ik moet toegeven dat hij de verenigingen echt hun ding heeft laten doen en ervoor gezorgd heeft dat alle puzzelstukjes op hun plaats vielen. Het was een huzarenstukje om dat op zo korte tijd voor mekaar te brengen. De rode draad, die Jan schreef en die door Olivier Dewit  werd gebracht, was waarheidsgetrouw  gedocumenteerd en het resultaat van opzoekwerk in het archief van de Heemkundige Kring en informatie aangebracht door de mensen van de Heemkundige Kring. Hij is er bovendien in geslaagd om nog heel wat figuranten, voor de café scene met de Brabançonne of om ‘gesneuvelde’ te spelen, op te trommelen. Door ook Chiro en Scouts erbij  te betrekken en zelfs de ‘zware mannen’ van de Blauwe Vinken op het podium te krijgen, was ongeveer alles wat in Hoeilaart in een vereniging zit, in het spektakel betrokken. En dat daar een professionele zangeres en pianist naadloos bij aansloten was een gewaagde, maar zeker geslaagde, combinatie, en dat heeft Jan toch maar mooi voor mekaar gekregen!

Hoeilander: En het resultaat was…? JL: Een prachtige voorstelling met heel wat hoogtepunten, iedereen kon er wel eentje uitpikken naar zijn persoonlijke smaak. Voor mij persoonlijk waren dat de dansstukjes van Soulstep Dance Crew en het gedicht ‘In Flanders Fields’ door de leerlingen afdeling Woord van de Academie. Maar voor iedereen was de slotscene met het opvoeren van de gesneuvelden, de Last Post en het door koor en muzikanten schitterend gebrachte ‘Ode aan de Vreugde’, zonder twijfel een mooie en ontroerende apotheose van het spektakel. Weinigen hielden het toen droog. Iemand in het publiek  ging bij de Last Post zelfs in houding staan! Achteraf hoorde je niets dan lovende woorden, zowel bij publiek als bij de 150 acteurs, die,  niet te vergeten tweemaal bijna 3 uur het beste van zichzelf hebben gegeven.

Hoeilander: Daar komt toch nog meer bij kijken? JL: Er gebeurde heel wat werk naast en achter het podium, tientallen mensen hebben zich batenloos uit de naad gewerkt om dit mogelijk te maken en ze waren even enthousiast als de ‘acteurs’, het was één grote ploeg: de mensen die voor catering zorgden en die van 17 uur tot na 2 uur ‘s nachts de bar hebben bemand en natuurlijk ook de techniekers (geluid, licht en beeld), de schminksters en de mensen achter de schermen, die alles zo vlot mogelijk lieten verlopen, want dat was een hele klus met al dat volk in de coulissen. En dan dreig ik nog een heleboel mensen over het hoofd te zien. Christine Van Loon bijvoorbeeld, die ons gratis de attributen bijeen zocht en uitleende. En voor een fles wijn kregen we bij de kostuumverhuurder, die ook ‘In Vlaamse Velden’ en de musical ‘14-18’ heeft ‘aangekleed’, de helmen te leen.

Hoeilander: Hoe kijk je tenslotte terug op ‘Niemandsland’? JL: Met het gevoel dat we door dit project iets losgemaakt hebben in Hoeilaart, iets dat we moeten koesteren en meenemen naar de volgende jaren. De 11 november huldiging bijvoorbeeld. Jarenlang was dit een verplicht nummer voor vijf man en een paardenkop, zoals ze zeggen. Nu was het een mooie lange optocht van groot en klein naar het Kerkhof. De huldiging aan het monument voor de gesneuvelden met de gedichten van de kinderen van de basisscholen was een meerwaarde voor die plechtigheid en een mooie afsluiter van Niemandsland. Hoewel in de namiddag hebben meer dan 120 mensen nog genoten van een zonnige wandeling doorheen de straten, die naar de gesneuvelden van WO I zijn vernoemd, met deskundige uitleg van Beukennootje-voorzitter Jan Vanloo.

De verenigingen zullen hier energie uit putten, we moeten beseffen dat we in de cultuurraad meer zijn dan de som van de delen, maar dat we mekaar, door samen te werken, versterken en misschien mensen zullen aanzetten om zich aan te sluiten bij een vereniging. En dat we in onze gemeenschap ook een goudader aan talent hebben in de Academie voor Podiumkunsten en dat in de basisscholen de toekomst van Hoeilaart rondloopt en dat die ook al getuigt van een frisse kijk op de wereld.